Koude nachten op de Hoge Venen
Zelf had ik slechts één keer eerder een meerdaagse tocht gemaakt. Dat smaakte naar meer. In januari, de koudste maand van het jaar, besloot ik samen met Nico om een paar dagen door te brengen op de Hoge Venen. Nu vele jaren later is het nog steeds een verhaal om op terug te grijpen. Een prachtige omgeving. Koud. Spartaans. Afzien. Slechte uitrusting. Alle ingrediënten voor een mooi verhaal van twee beginnende avonturiers.
Langs de Helle en de Soor
Het is bijna één uur s’nachts als we aankomen bij herberg Rotterwäldchen. Er brand geen licht. Alles is donker. De herberg doet onguur en duister aan. Hier laten we onze auto achter. Keurig met een briefje erop: “Walking for two days, back on Thursday.”
We lopen de lange weg omhoog en gaan daarna direct het bos in. Daar verlaten we het pad, lopen nog 20 meter en zetten dan het tentje op. Net nieuw. Door Nico aangeschaft. Binnen 10 minuten staat het ding. Snel de slaapzakken in de tent leggen. Ik sta te wachten in de kou totdat Nico klaar is. Daarna wisselen we van rol. Het is werkelijk ijskoud maar we genieten van ieder moment.
Gekozen op gewicht, niet op prestatie.
De kou is zo hevig dat mijn nachtrust er flink door is verstoord. Het dringt diep door tot in mijn botten en na meerdere malen wakker te zijn geweest, afleiding te hebben gezocht (auto’s tellen) vraag ik aan Nico of we niet alvast kunnen gaan wandelen. Het is dan zeven uur s’ochtends, nog steeds donker, maar ik ben er klaar mee. Wil heel graag in beweging komen. Het weer warm krijgen.
Rond 8 uur komen we aan bij de kruising van de Helle en de Soor. Vriendelijk meanderende riviertjes die meer uit ijs dan uit water bestaan. We volgen de Soor totdat we bij een open plek komen. Daar pak ik mijn aluminium messblik en gasbrandertje. Gekozen op gewicht, niet op prestatie. Ik kook het water. Nico is bezig met het ontdooien van zijn Camelbak. Wat een prutsers.
Te veel Bear Grylls
We verlaten het pad en lopen op kompas door het bos. Wel houden we goed zicht op de rivier omdat we niet willen verdwalen. Heuveltje op, heuveltje af. Boomstronkje over. Even wegzakken. Weer opstaan. Riviertje oversteken en zo een tijdje door. Tot op de dag van vandaag snap ik nog steeds niet waarom we hier destijds voor kozen. Waarschijnlijk te veel Bear Grylls gekeken.
Rond één uur zijn we bij Hasebusch. De wereld veranderd. Het bos gaat over in een open heidelandschap. De zon staat laag. Schijnt fel op de sneeuw. Een bijzondere witte wereld. De wegen zijn hier breder en het loopt lekker door. Het is echt even genieten in dit landschap. Precies wat we nodig hebben.
Via brede paden lopen we verder. Pont de la Genêtre over en niet veel later de N68. Op een houthakker na geen enkel spoor van leven in deze omgeving. We lopen nog even door en zoeken daarna een plekje om kamp te maken. Een laag, bijna ondoordringbaar sparrenbos is de ideale beschutting tegen de wind en eventuele ongewilde gasten. Bivakkeren is eigenlijk niet toegestaan en een abrupt einde aan onze eerste gezamenlijk wandelervaring… daar zit niemand op te wachten.
Een open plek, een halfbevroren riviertje, een zachte ondergrond van in vele kleuren getinte bladeren en een zonnetje dat langzaam wegzakt. Werkelijk een idyllische plek. De tent opzetten gaat een stuk eenvoudiger in het daglicht. Samen sprokkelen we hout en bouwen een windscherm van takken. Een paar stenen om het vuur moeten de hitte terugkaatsen. Het riviertje zorgt voor fris water, het vuur voor warmte. Nu zitten we er een stuk beter bij.
Een helskoude nacht
Dag 1
- Rotterwäldchen, Eupen
- La Gileppe dichtbij Pont de la Genêtre
- 15 km
- 400 meter
Ellende aan wandelen in januari en eigenlijk alle herfst en wintermaanden zijn de korte dagen. Het is nog geen zes uur en we zitten al in het pikkedonker. Het vuurtje gaat langzaam uit en dan is het al snel tijd om te gaan slapen. Opeens heb ik een goed idee. Steen. Sok. Even opwarmen en je hebt een geïmproviseerde kruik. Heerlijk warm gaan we de nacht in.
Nog minstens zeven of acht dodelijk saaie en ijskoude uren in deze helskoude nacht.
Ik weet niet hoelang ik heb geslapen, maar de warmte van de stenen is er niet meer. Wat overblijft is een ongemakkelijk stuk rots dat in mijn buik en ribben steekt. Het is minstens -15 graden en de kou dringt diep door tot in mijn botten. Ik kijk op mijn horloge en ontdek dat het pas 12 uur is. Dat betekent nog minstens zes uur en waarschijnlijk zeven of acht dodelijk saaie en ijskoude uren in deze helskoude nacht.
Verdwalen in het veenlandschap
Eindelijk is het ochtend. Ik doe mijn opgevroren schoenen aan. Het gevoel van duizend spelden die in mijn voeten steken. Het is Nico die werk maakt van de tent in pakken. Met gevoelloze handen pakt hij de koude aluminiumstokken vast. Ik sta er eigenlijk maar hopeloos bij.
Snel inpakken en verder. Het plan is om de N68 richting Malmedy te volgen tot aan Baraque Michel. Het zwarte asfalt staat in scherp contrast met de witte wereld. Met sneeuw bepakte dennenbomen aan beide zijden. Het asfalt loopt lekker licht. Een welkome afwisseling.
Vele honderden mensen zijn er verdwaald.
Enkele tientallen zijn nooit meer teruggevonden.
Bij Baraque Michel zijn we bij het mooiste en ruigste stukje van de Hoge Venen aangekomen. Dit gebied bestaat uit zone’s: A vrij toegankelijk; B alleen op paden; C alleen met gids; D geen toegang. Duidelijk verhaal en ik zie geen reden om hiertegen in verzet te gaan. Sinds 1900 zijn er vele honderden mensen verdwaald. Enkele tientallen zijn vermist. Nooit meer teruggevonden. Het ven staat vol met monumenten die naam geven aan de slachtoffers.
Even pauze. Rust. De sneeuw smelt langzaam in mijn roestvrijstalen mok. Tijd voor een kopje thee. Beschut tussen de bomen kijken we uit over een weidse, bijna oneindige vlakte. Niet veel later lopen we verder. Over houten vlonders dieper het ven in. Bij snel opkomende mist en met sneeuw is er geen verschil meer tussen hemel en aarde. Loop 10 meter het bos in en je vind de weg waarschijnlijk nooit meer terug. De vele diepe veenplassen verzwelgen eenvoudig een wandelaar en maakt het een waar mijnenveld. Dat maakt de Hoge Venen een mysterieuze, ontoegankelijke en vooral prachtige omgeving.
Rond twee uur zijn we de Venen overgestoken en komen we aan bij de Herzoginhügel. Daar begint ook eindelijk de zon weer te schijnen en wordt het zelfs nog even warm. We volgen de Helle, nu door een meer rotsachtige omgeving met meer hoogteverschillen. De sneeuwvlakte maakt plaats voor met dennen begroeide hellingen.
Lange tijd volgen we de rivier totdat we bij de stuwdam aankomen. Daar verlaten we het diepe dal. Na een korte klim zijn we boven en lopen min of meer op dezelfde hoogte terug naar het beginpunt van onze tweedaagse. Inmiddels zijn we de kou goed zat en hebben we besloten om niet nog een derde nacht door te brengen op de Hoge Venen. Dat bewaren we voor een andere keer want de omgeving is werkelijk wonderschoon. Rond half zes zijn we daar waar onze tocht begon en zien we nog net de zon achter de heuvels zakken. 5 minuten later zitten we warmpjes in de auto. Stil kijken we voor ons uit. Denkend aan een avontuur om nooit te vergeten.
- Dag 2
- NaarLa Gileppe dichtbij Pont de la Genêtre
- VanRotterwäldchen, Eupen
- ViaBaraque Michel
- Hoogteverschil400 Hm
- Afstand24 Km