Mijn eerste 30K

Ik had geen slechtere dag uit kunnen kiezen, denk ik, terwijl ik me omkleed op de carpoolplaats bij Hattem. Een troosteloos weertje. De regen tikt op het dak van de auto. Buiten is het niet warmer dan 6 graden en de regen valt hard naar beneden.

Vandaag staat mijn eerste trail run, langer dan 30 kilometer, op de planning. Via de Wezeperheide zal ik richting Heerde gaan lopen. Vanaf de heide terug de snelweg over door het Zwolse bos; over de heide bij de Tonnenberg en vervolgens weer de A50 over richting het Heerdestrand, dit is ook zo’n beetje het “half-way point”. De laatste 15 kilometer gaan langs de heide bij Heerde en het Wapenvelderzand; door de Leemkule en dan een laatste beklimming van de Trijselenberg.

Alleen maar regen

Het is buiten zo koud dat ik besluit mijn jack met lange mouwen aan te doen, daaroverheen heb ik mijn regenjack aan. Maar na 2 kilometer ben ik zo warm dat ik besluit mijn warme jack uit te doen. Vanaf dat moment loopt alles een stuk prettiger.

Alles is nat en langzaam raak ik ook zelf steeds meer doorweekt.

Echt alles is nat. Soms loop ik met mijn benen langs het gras of een jong heideplantje, dan weer stap ik in een grote plas. Langzaam maar zeker raak ik steeds meer doorweekt.

Grote druppels vallen uit de bomen op de grond. Als ze de bladeren raken is het een bijna oorverdovend lawaai. Op de open plekken is het stiller. Bij de zoveelste beklimming loopt het water als kleine beekjes over het pad langs mijn voeten. Het zand is log en zwaar. Op de top kijk ik over de heidevelden heen. De wereld is akelig klein door de nevel en mist die ontstaat door de regen.

Bijna onderuit in de Leemkule

Mijn horloge piept. 21 kilometer. Dat gaat lekker. Nog maar 9 kilometer te gaan. De plassen worden steeds groter, het zand en de modder steeds zwaarder. Zo lijkt het in ieder geval. Zo voelt het ook. De wegen worden breder en ik kan ver vooruit kijken. Dodelijk saai is het een paar kilometer lang. Dan kom ik bij het Wapenvelderzand, een heide met mooie single trails. Vanaf daar is het nog een kleine zes kilometer, dan zit 80% erop.

Als ik bij Hattem loop probeer ik altijd door de Leemkule heen te gaan. Deze kuil bestaat uit een mix van zand en klei en is bijna 10 meter diep. Omdat alles nat is, moet ik goed opletten. Op het moment dat ik wil afdalen naar het diepste stuk verlies ik alle controle. Mijn voet glijdt weg en het kost me veel moeite om niet te vallen. Twee meter lager krijg ik weer grip. Dat ging maar net goed. Moeilijker is het beklimmen van de kleihelling. Mijn voeten glijden constant weg en ik kom geen meter vooruit. Na een akelig trage klim sta eindelijk weer boven. Nog twee kilometer te gaan.

Rillen van de kou

Een steile single trail leidt mij naar het dak van Hattem. De Trijselenberg op een hoogte van 42 meter. Daar zet ik mijn tijd stop. De 30 kilometer zitten erop.

Ik loop nog een klein stukje uit, rek en strek wat en loop vervolgens naar de auto. Daar knal ik de verwarming aan. Thuis aangekomen kan ik niet meer stoppen met rillen. De kou van de afgelopen tweeënhalf uur komt nu pas binnenzetten. Mijn regenjack is ook niet zo regenbestendig als ik had gedacht. Na 12 kilometer waren er ook al signalen zoals een tintelende arm, denk ik achteraf. Ik sta wel ruim een kwartier onder de douche voordat ik weer een beetje bij zinnen kom. Daar moet ik de volgende keer toch maar iets op bedenken.

Hoogteprofiel 30K trail run Veluwe