Gastblog: Loenermark trail
Helaas kun je niet alle trail runs zelf lopen. Maar een goed verhaal is altijd welkom. Lees hieronder het gastblog van Nico Wietsma.
Vandaag – dat is 10 oktober 2015 – staat de Loenermarktrail op de planning. 25 kilometer door het bosgebied en de heide van Loenen. Het is mijn derde wedstrijd in een tot nu toe niet zo succesvolle reeks. Die bestaat tot nu toe uit een gecancelde duathlon en een trailrun waar ik al na 3 km had afgesneden en besloot te stoppen. Dat knaagt. Zal het dit keer wel lukken? Gelukkig heeft het parcours minder lussen en er is een GPX beschikbaar. Die staat als back-up in mijn horloge.
Bij het inschrijfbureau, het lokale café, is het gezellig druk en ik constateer dat ik niet de enige ben die aan deze wedstrijd meedoe. Het is fris buiten dus ik wacht nog even in het café, tot ik echt naar buiten moet. Nadat ik heb ingelopen hoor ik dat de nummer één van vorig jaar in 1 uur en 32 minuten binnen was. Veel hoger dan het tempo dat ik verwacht te lopen.
Ik sta samen met ongeveer 50 man aan de meet. “Niet te hard beginnen” zoeft door m’n hoofd en “na 1 km eigen tempo”. Na het startschot loop ik met een groepje van zeven man op, één persoon sprin(g)t er direct tussenuit en laat ons achter alsof wij stil staan. We laten ons niet gek maken en lopen een eigen tempo door.
Mooie single trails over de heide
Na de eerste 3 km zak ik terug naar de 9e plek, trek mijn afgezakte compressie calf op en loop in een stevig tempo door. De vorige trail run gaf ik nu ongeveer op. Niet aan denken. Doorgaan! De trail gaat de eerste zandverstuiving op. Het tempo gaat omlaag en ik zie nog net m’n laatste voorligger de heuvel opschieten. Een fotograaf legt mijn geploeter vast. Boven gaat het geleidelijk naar beneden, richting de heide.
De route gaat over in een mooie single trail met uitzicht over de heide. Ik voel me goed en probeer m’n reepje weg te krijgen. Dit lukt voor geen meter en na 2 km ben ik ‘m nog niet kwijt. Met volle mond neem ik de aanmoedigingen van Remco in ontvangst. In een korte reeks lussen krijg ik wat moraal en m’n positie door. Ik zie ook dat m’n concurrentie me bijna letterlijk op de hielen zit. Aanzetten en doorgaan, de lange rechte stukken werken niet in mijn voordeel. Gelukkig duurt het niet lang voor ik weer het bos in duik. Dan volgt een lange beklimming. De vrijwilligers staan bij de tweede fourage post klaar om eten en drinken aan te rijken. Ondanks alles sla ik ook deze post over. De benen voelen zwaar, ik moet eigenlijk wat eten, maar het reepje is nog niet echt gezakt. Dus ik besluit m’n geplande gelletje te skippen.
Waardevolle tip
Na het klimmen komt het dalen. Benen optillen, benen optillen – Een waardevolle tip van Arjan en Remco – klinkt als een mantra door m’n hoofd. De enige goede manier om goed op snelheid te blijven is focussen. De trail is smal. Op veel plaatsen niet meer dan 20 á 30 centimeter breed. De heide krioelt erom- en overheen, met grote passen ram ik door het landschap heen. De concurrentie voorblijven is een grote druk die ik continu voel. Ik duik het bos weer in. Dit keer over een brandpad waar het gras 40 cm hoog is. Het pad is nauwelijks zichtbaar, een leuke afwisseling.
Ik praat mijzelf moed in en begin aan mijn gelletje. Met één kneep krijg ik de helft weg. Plots, concentratie, een bruggetje en een steile klim. Ik klauter naar boven, gooi de rest van mijn gelletje achterover en ren de steile afdaling naar beneden. Focus! Een natte, groene plank over en weer doorrennen. Mijn tempo is lekker wanneer ik opeens een fotograaf zie staan. Tussen ons ligt een flinke drop van 3 meter. Na een WTF, sprongetje en een compliment aan de fotograaf ben ik aan de overkant en kan ik m’n weg vervolgen.
Mijn moraal gaat omhoog maar mijn tempo blijft laag.
Inmiddels loop ik al bijna 18 km zonder dat er iemand voor me loopt. Ik merk dat mijn tempo inzakt. Ik zeg tegen mezelf: “Doorgaan! Niet naar je kilometers kijken. Dat kan alleen maar tegenvallen”. Mijn moraal gaat omhoog maar mijn tempo blijft laag. Wanneer ik na 21 kilometer op volle snelheid wordt ingehaald daalt m’n moraal. Aanklampen lukt niet.
Na een stukje dalen over een bospad kom ik één grote en twee kleine toeschouwers tegen. Geklap en hulde vallen mij ten deel en ik voel me weer wat beter. Na het klappen spits ik mijn oren. Hoelang duurt het voor ik geklap achter me hoor. Vijftien… zestien… Geklap. Shit, ze zitten vlak achter me. Na een halve minuut komen ze langszij en juist dan ervaar ik het mooiste van het trail runnen. Iedereen heeft het zwaar, maar ik word toch aangemoedigd. “Kom op nog maar een klein stukje!” roepen mijn tegenstanders. Aanklampen lukt, maar met moeite. Omhoog moet ik laten lopen, naar beneden loop ik in.
Sprinten. Kom op! Finish onder de twee uur!
Een laatste klimmetje en ik moet weer 50 meter later gaan. Boven aangekomen herken ik de weg en weet ik dat ik nog één kilometer moet. Het gat met mijn voorgangers blijft gelijk. De finish is in zicht en Remco moedigt me aan: “Sprinten. Kom op! Finish onder de twee uur!”. Met alle macht dwing ik mijn benen om nog één keer te versnellen. Ik ben binnen. 1:59:26 dat had ik niet verwacht. Niet dat ik überhaupt wist wat ik moest verwachten. Mijn eerste trailrun was lichamelijk zwaar en zeer leerzaam. De 19 kilometers die ik solo liep waren zwaar. Afzakken was waarschijnlijk beter geweest. Maar dat is achteraf en achteraf telt niet. De Loenermark trail was goed uitgepijld en alleen maar hartelijke vrijwilligers, super!